-
1.De Eerste Wereldoorlog
-
2.14 punten Wilson
-
3.Verdrag van Versailles
-
4.Herstel van Duitsland
-
5.Relatie met Polen
-
6.Op weg de naar 1 september 1939
Het ontstaan van de Tweede Wereldoorlog is zonder de voorgeschiedenis niet te begrijpen. Het oorlogsbegin van 1939 is zonder de persoon van Adolf Hitler niet te begrijpen. Hitler en de bereidheid van de Duitsers om hem in de oorlog te volgen, zijn zonder het Verdrag van Versailles onbegrijpelijk.
De algemene opstand van het Duitse volk over Versailles is zonder de voorgeschiedenis van de Eerste Wereldoorlog niet te begrijpen. En ook dit kan alleen hij begrijpen die rivaliteiten onder de Europese staten kent van de 19-de eeuw.
Zo moet men wel een lange aanloop nemen om het oorlogsbegin van 1939 te verklaren.
1. De Eerste Wereldoorlog

De Eerste Wereldoorlog ontstond vanuit een strijd tussen Oostenrijk-Hongarije en de Serven, aangezet door de moord op de Oostenrijkse troonopvolger aartshertog Ferdinand in Sarajevo 1914. Bondgenootschappen en gemeenschappelijke interessen van Russen, Fransen en Engelsen met de Serven aan de ene kant en Duitsers, Oostenrijkers, Hongaren en Turken aan de andere zijde laten de moord op de aartshertog binnen 5 weken tot het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog escaleren. De oorlog sleept zich 4 jaren voort en brengt Engeland en Frankrijk in 1916 op de rand van een nederlaag. Rusland werd zowaar overwonnen en stapte in 1917 uit de oorlog. Daarna stappen de USA met verse troepen en sterke industrie op de achtergrond aan de kant van de Britten en Fransen in en brengen nu omgekeerd Duitsland en Oostenrijk - Hongarije aan de rand van een nederlaag. Maar voordat het Duitse en het Oostenrijks - Hongaarse front instort bemiddelt de Amerikaanse president Wilson met een 14-punten-voorstel met voor Duitsland harde, maar acceptabele voorwaarden.
2. 14 punten Wilson
Het komt tot een wapenstilstand en de conferentie van Versailles, die op een fatale manier geschiedenis zal schrijven. De conferentie wordt nu niet meer geleid door Wilson, waarvan zijn 14-punten-voorstel de Duitse en Oostenrijks - Hongaarse partijen verleid had hun troepen van de fronten terug te trekken en naar hun vaderland te laten terugkeren. De conferentie
werd nu geleid door de Franse minister-president Clemenceau. Hij erkende de 14 Wilson-punten voorzover ze de rechten van het na-oorlogse Duitsland niet meer verzekerden, en liet de Duitse conferentiedelegatie niet tot de verhandelingen toe. Zo verhandelden de Britten, Fransen, Amerikanen, Belgen, Polen en nog 22 andere overwinnaars besloten onder elkaar. Ze beslisten over afscheidingen van Duitse gebieden en herstelbetalingen die Duitsland aan hun betalen moest. Zij legden in de naar Versailles genoemde na-oorlogse ordening voor Europa uitsluitend de lasten voor de verliezers van de oorlog vast.
3. Verdrag van Versailles
Op 7 mei 1919 werden de, door de 27 overwinnaars vastgelegde, voorwaarden voor het eerst aan de Duitse delegatie voor gelegd. Clemanceau overhandigde deze met de woorden: “ Het uur van de afrekening is aangebroken “. Het verzoek van de Duitse delegatie om over het “verdrag” wat zij moesten ondertekenen, eerst te onderhandelen werd afgewezen.
Om hun buitenproportionele vorderingen de schijn van berechting te geven gingen de overwinnaars zover om Duitsland en zijn bondgenoten de alleenschuld van de Eerste Wereldoorlog toe te schrijven. Het verdrag verlangde van Duitsland tal land- en bevolkingsafscheidingen: Elzas Lotharingen aan Frankrijk, de provincies Posen, bijna geheel West-

Pruisen en het Opper-Silezische industriegebied aan Polen, het Memelgebied aan de Volkerenbond. het Hultschiner landje aan Tsjecho-Slowakije, Noord Sleeswijk aan Denemarken, het gebied rond de 2 steden Eupen en Malmedy aan België, en Danzig met omgeving als vrijstaat aan de Volkerenbond. Het verdrag stelde het Saargebied voor 15 jaar onder Frans beheer. Het verbood bovendien de aansluiting van Oostenrijk aan Duitsland zoals het nieuwe Weense parlement meteen na de oorlog verlangde. De bevolkingsafscheidingen deden meer pijn dan het verlies van land. De uitgeleide van 7 miljoen mensen uit het Duitse rijk en de nieuwe grenzen van de nieuwe staat scheidden miljoenen van hun families. Met het verdrag verloor Duitsland al zijn koloniën. De meesten aan Engeland. De strijdkrachten werden tot 100.000 man voor het leger en 15.000 voor de marine gereduceerd. Het Duitse rijk moest het grootste deel van de handelsvloot en goudreserves aan de overwinnaars overdragen, evenals het grootste deel van delfstoffen als ijzererts en kolen. Grote hoeveelheden vee en landbouwmachines, 150.000 spoorwegwagons, vele duizenden locomotieven en vrachtauto’s. Alsmede het gehele buitenlandse privé-vermogen, ontelbare industriepatenten werden geconfisqueerd.
De exorbitante geldbedragen moesten over 70 jaar voldaan worden. Duitsland zou dit, wat later bleek, niet volledig kunnen betalen.
In het Duitse rijk was men te neer geslagen, en diep teleurgesteld. Men wist het nog zo goed hoe zij na de oorlog van 1870-71 met Frankrijk was omgegaan. Frankrijk wat zelf die oorlog veroorzaakt en verloren had hoefde toen der tijd slechts het overwegend Duitstalige Elzas Lotharingen af te staan en 4 miljard Mark te betalen. Doch het behield zijn leger, zijn vloot, de koloniën en goudreserves. De partijen in de Duitse Rijksdag wezen het dictaat van overwinnaars in de eerste instantie unaniem af. Rijkspresident Ebert (SPD) zei over de voorwaarden:
“ Het Duits volk had het volste vertrouwen in de geallieerde toezeggingen, weergegeven in de nota van 5 november, dat vrede een vrede is op basis van de 14 punten van Wilson. Uit zo’n opgedrongen vrede moet een nieuwe haat tussen volkeren en een geschiedenis van nieuwe moorden voortvloeien”.
De lasten, die het Verdrag van Versailles de Duitsers oplegde waren zo buitensporig en de latere tegemoetkomingen van de overwinnaars zo gering, dat het - naast andere oorzaken - de jonge democratie van Duitsland liet mislukken.
De gedwongen afdrachten van kolen, meststoffen, levensmiddelen, machines en deviezen leidden tot neergang van alle lagen van de bevolking waardoor iedereen getroffen werd, zodat iedere partij en iedere politicus die een uitweg van deze ellende beloofde, op een bonus van hoop en verkiezingssuccessen kon rekenen. De NSDAP zou er later van profiteren. Zelfs de KPD verklaarde in augustus 1930:
“ Wij verklaren vrijelijk, dat wanneer wij aan de macht komen wij alle verplichtingen voortvloeiend uit Versailles voor nul en gene waarde verklaren”
Met de 3 uiterst populaire beloftes; de van Duitsland afgescheiden Duitsers weer binnen het rijk te halen, de “boeien van Versailles te breken” en de werkeloosheid te overwinnen, verschafte de Nationaalsocialisten 1933 hun verkiezingsoverwinning en hun greep naar de macht.
4. Herstel van Duitsland
In de jaren tot 1939 werd als eerste in 1935 het Saarland weer bij Duitsland aangesloten. In 1936 liet Hitler in Rheinland weer Duitse troepen stationeren. In 1938 volgde de, door de meerderheid van Oostenrijk gewenste, “Anschluss” aan Duitsland. In het zelfde jaar zette Hitler - hier voor de eerste keer door openlijk te dreigen met geweld - de aansluiting van 3 miljoen Sudetenduitsers en het Sudetenland aan het Duitse rijk door. Al deze correcties op het Versailles-verdrag veroorzaakten duidelijk afkeuring bij de “Siegermächten”. (zoals we verder in deze vertaling de opstellers van het verdrag van Versailles zullen noemen). Maar iedere kruik gaat zo vaak te water totdat hij breekt. In maart 1939 viel Tsjecho-Slowakije in 3 gescheiden staten uiteen. Eén daarvan, Rest-Tsjechië werd door Hitler een protectoraat opgedrongen. Hij liet het land door Duitse militairen en politie bezetten. De Tsjechen hadden zowaar tot 1918 meer dan 900 jaar bij het Duitse rijk gehoord, maar zij waren geen Duitsers die weer terug in het Rijk te halen waren. Hitler had nu voor de eerste keer een vreemd volk onderworpen en daarmee zijn - tot dan toe - juiste weg van zijn legitieme buitenlandse politiek verlaten. Nu had de gehele wereld een duidelijke grond bij hem verdere expansie- en oorlogsdoelen te veronderstellen.
5. Relatie met Polen
Nu naar de Duits-Poolse verstandhouding. In 1918 bleven een aantal Poolse gebiedsaanspraken op Duitsland onvervuld. Zo verlangden de Polen in Versailles aanvullend geheel Opper-Silezië, Oost- Pommeren, Oost-Pruisen evenals Memelland voor zich. Het opeisen van Oost-Pruisen verstomde in de Poolse pers niet één keer voor 1939.
Alle Poolse regeringen verlangden van de Duitsers erkenning van hun gebiedsuitbreidingen van 1918 tot 1921, doch geen enkele rijksregering ging op dit verlangen in. Alle regeringen voor Adolf Hitler hielden de grens-vraagstukken tegenover de Polen open. Hitler was de eerste die deze erkenning als tegenprestatie voor de teruggave van Danzig aanbood. Vanaf 1934 kwam het tot een Duits-Poolse normalisering en tot het afsluiten van een Duits-Pools vriendschapsverdrag. Toen in oktober 1938 Sudetenland bij Duitsland werd aangesloten, vroeg de Poolse regering om Hitlers instemming het kleine industriegebied van Teschen te annexeren. Hitler gaf Polen de vrije hand. Hij hoopte daarvoor op een tegemoetkoming bij de nog open Pools - Duitse kwestie inzake de aansluiting van Danzig aan Duitsland, de exterritoriale transitwegen naar Oost Pruisen en het respecteren van de mensenrechten van de Duitse minderheid in Polen.
6. Op weg de naar 1 september 1939


Na Hitlers Teschen-akkoord verzocht de rijksregering de Duits - Poolse problemen in 6 onderhandelingspogingen op te lossen. Het eerste Duitse voorstel van oktober 1938 was het aanbod om in ruil voor Danzig, de transitwegen en respecteren van de rechten van Duitse minderheden in Polen de Poolse gebiedsuitbreidingen in Silezië, West-Pruisen en Posen als definitief te erkennen. Om die erkenning had Polen steeds gevraagd, maar behalve een Poolse verklaring naar oplossingen te zoeken gebeurde er niets. Bij de januari-gesprekken verruimde Hitler het compromisvoorstel met de formulering: Danzig komt bij de Duitse gemeenschap maar blijft economisch bij Polen. Omdat Danzig een mandaatgebied is van de Volkerenbond en niet Pools was, was deze formulering inderdaad een compromis. In maart 1938 raakte Tsjecho- Slowakije in verval, en Polen wilde daar ook van profiteren. Hitler wist dat, doch hij maakte van rest-Tsjechië een protectoraat, sloot een verbond met het nieuw ontstane Slowakije en liet Polen voor wat het was. De wereld kwam in opstand tegen het Tsjechische protectoraat van Hitler, en Polen was boos dat het er geen voordeel bij had. In deze tijd viel de 4-de onderhandelingspoging van Hitler inzake Danzig. Polen, daarentegen, gebruikte de boosheid van Engeland over Hitler, en stelde in Londen een bijstandspact voor, wat dan ook gehonoreerd werd, riep 330.000 reservisten onder de wapenen en liet gevechtseenheden richting Danzig opmarcheren. Hitler, die tot dan toe naar een vreedzame oplossing met Polen toegewerkt had was door deze oorlogsdreiging van Polen verrast. Hij annuleerde het vriendschapsverdrag van 1934, omdat hij dit door de Polen als verbroken beschouwde, en gaf het oppercommando van de Wehrmacht op 3 april de opdracht een aanval tegen Polen voor te bereiden, zodanig dat op 1 september 1939 de strijd kon beginnen.
Site Vorkriegsgeschichte.de
Auteur Gerd Schultze Rhonhof
Vertaling Willem Zweers
Naar het boek
ISBN: 9783957681706
650 blz
In NL € 44,36